Een vaste baan? Drie dingen die je moet blijven doen!
De tijd dat 80% van de werkenden een vast contract had, ligt ver achter ons en zal niet meer terugkomen. Aldus Han Mesters, Sector Banker Zakelijke Dienstverlening ABN AMRO, tijdens de DPA Kennis & Kunde Masterclass ‘Terug naar vakmanschap, lotsbestemming en trots’ op 16 april. “Vast geeft in de bedrijfspopulatie in een hoog tempo terrein prijs aan flex.” Zeker voor jonge generaties is een baan voor het leven allang niet meer de norm. Wat betekent dit voor mensen met een vaste baan?
Professionals die zelfstandig of op basis van flexibele contracten werken, doen er veel aan om het gebrek aan baanzekerheid te compenseren door werkzekerheid. Ofwel: zorgen dat je op basis van je actuele kennis en kunde altijd snel weer aan de slag kunt in een andere rol, taak of bij een ander bedrijf. Zware concurrentie dus voor mensen met een vaste baan. Okay, je hebt een ziektekostenregeling, pensioenverzekering, bedrijfsauto en wellicht zelfs een bonus. Maar werkzekerheid? Hier moet je ook bij een ‘vaste baan’ meer en meer aan blijven werken. Wat mij betreft betekent dit dat je in ieder geval doorlopend aandacht besteedt aan de volgende drie dingen: zingeving, actuele kennis en kunde en natuurlijk netwerken.
1. Zingeving
Het is vast niet je bedoeling om tot je zeventigste dezelfde taken te blijven uitvoeren. Dus moet je ontdekken wat je toegevoegde waarde is, en hoe je deze kunt ontwikkelen en vergroten. Vooral verder blijven kijken dan de dagelijkse beslommeringen en nieuwe inspiratie zoeken voor je werk en je persoonlijke ontwikkeling. Het gaat er ook om hoe jij je werk en organisatie ervaart. Dat je werk je voldoening geeft en dat je het gevoel hebt dat je ertoe doet. Het leven is te kort om je met lood in je schoenen naar je werk te slepen. Zoals het woord al aangeeft, is zingeving een actief proces. Het regisseren van je verdere ontwikkeling en het bepalen van nieuwe doelen hoort hier ook bij.
2. Actuele kennis en kunde
Wat kennis en kunde betreft, is stilstand simpelweg achteruitgang, dit riep Eric Winter al eerder in het blog ‘Werken is leren, of zou het moeten zijn‘. Doordat markten en bedrijven steeds sneller veranderen, daalt de toegevoegde waarde van kennis en kunde in de loop van de tijd ook steeds sneller. Erg riskant dus om je niet te blijven ontwikkelen. Uit recent onderzoek van het Research Centrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt blijkt dat mensen gemiddeld 30 procent van hun werktijd dingen doen waarvan ze leren. Naast je werk trainingen en opleidingen volgen, werkt katalyserend op dat leerproces. Deze combinatie van formeel en informeel leren is van groot belang voor je aantrekkelijkheid op de arbeidsmarkt en je duurzame inzetbaarheid. Probeer naast je kennis en kunde ook je cv en LinkedIn-profiel actueel te houden. Niet alleen je laatste carrièrestap en training toevoegen, maar ook steeds opnieuw kritisch kijken naar je vaardigheden, prestaties en de gebruikte omschrijvingen.
3. Je netwerk
Netwerken is het on- en offline leggen en onderhouden van contacten die je verder kunnen helpen in je werk, je carrière en je ontwikkeling. Bezoek netwerk- en alumnimeetings, marktspecifieke briefings, congressen en andere evenementen waar je iets van kunt opsteken en vakgenoten ontmoet. Combineer face-to-face-contacten met social media-activiteiten zoals deelnemen aan netwerkdiscussies of bloggen. Na het vaststellen van interessegebieden en doelen zal dit je steeds beter afgaan, want je kunt je nu focussen en gericht je kennis ontwikkelen en delen. Maar let op: netwerken is naast nemen vooral ook geven. Je deelt vakkennis, inzichten, informatie en contacten op basis van vertrouwen. Dit werkt alleen als je zelf ook anderen in je netwerk aan informatie of contacten helpt. Wie weet wat die ander ooit nog eens voor jou kan betekenen?
Toegevoegde waarde als mantra
Hou er rekening mee dat de lat steeds hoger komt te liggen, met toegevoegde waarde als mantra voor flexwerkers én medewerkers in vaste dienst. Bij veel bedrijven staat agility ofwel wendbaarheid hoog op de management-agenda. Logisch toch dat ‘employability’ en investeren in je ontwikkeling steeds belangrijker worden voor zowel de flexwerker als de vaste medewerker?